‘Wat heb je als provincie nou te maken met het voorzieningenniveau in de gemeenten?’, ‘Blijf bij je leest’, ‘Het is toch je kerntaak niet?’.

Jeroen Olthof

Een paar van de boodschappen die ik sinds de presentatie van het coalitieakkoord van Noord-Holland vorig jaar heb gekregen. Hierin staat dat we als Noord-Holland samen met gemeenten willen kijken naar het voorzieningenniveau in alle regio’s van onze provincie. Misschien op het eerste gezicht niet per se een kerntaak van de provincie, helemaal waar. Maar het onderzoeksrapport ‘Beter Bereikbaar?’ van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) geeft vandaag een heel duidelijk antwoord waarom het toch goed is hier als provincie mee aan de slag te gaan. 

Waar het wringt

Een van onze grootste taken bij de provincie is dat iedereen naar school, familie, sport, de supermarkt of werk kan komen. Of dat nou met de auto, de fiets of het openbaar vervoer is. We willen dat iedereen veilig en zo schoon mogelijk kan reizen. Oók als iemand geen gebruik kan of wil maken van een eigen auto of de fiets. En dat is precies waar het op dit moment wringt. Op meerdere plekken in Noord-Holland, en dan vooral in het landelijk gebied, is het momenteel niet mogelijk of echt lastig om met het openbaar vervoer te reizen. Ook zijn er mensen voor wie het openbaar vervoer te duur is. Uit eerste voorlopige onderzoeksresultaten van onze provincie zelf blijkt dat ongeveer 10% van de inwoners uit Noord-Holland op dit moment aangeeft niet volwaardig deel te kunnen nemen aan de samenleving omdat zij belangrijke bestemmingen niet kunnen bereiken. Zij kunnen niet altijd een werkplek of school bereiken. Ook geven mensen aan dat zij hun familie en vrienden minder vaak zien dan ze zouden willen en zich soms of vaak eenzaam voelen. 

Regel dan meer bussen!

Waarom ik dan niet gewoon meer bussen regel? Het gaat niet alleen om geld. Het huidige ov-systeem sluit niet langer goed aan bij de wensen en behoeften van de reizigers. De tijden zijn ook hierin veranderd. Maar belangrijker is op dit moment misschien wel dat er veel te weinig personeel is om de dienstregeling zoals we die nu kennen uit te voeren. De vervoerders werken dag in dag uit aan het rondkrijgen van roosters en het aantrekken van nieuw personeel. Het moet dus juist anders. Goed ov aanbieden lukt niet meer op de traditionele manier. Als provincie werken we op dit moment aan een vernieuwing in het systeem van openbaar vervoer. Daarbij gaat het over goede en snelle ov-lijnen tussen grote steden en dorpen. Daarnaast een goed netwerk van buslijnen, buurtbussen, ov-taxi’s en ook deelmobiliteit naar deze snelle lijnen toe.  

Bereikbaarheid en voorzieningen 

Als provincie willen we met gemeenten kijken naar het gewenste voorzieningenniveau in gemeenten, zodat het fijn en leuk wonen is voor iedereen. Daarom kijken we ook nadrukkelijk over de grenzen van de gemeenten heen. Heeft ieder dorp bijvoorbeeld alle soorten sport of cultuur nodig? Ook als de leden- of bezoekersaantallen teruglopen? Of zouden sportverenigingen of theaters ook voor een hele regio kunnen zijn? Op die manier naar de voorzieningen kijken, kan alleen wanneer de bereikbaarheid van die voorzieningen goed geregeld is. Met het openbaar vervoer, met goede fietsverbindingen en ook met de auto. 

Regeerakkoord

Het regeerakkoord biedt hoop op dit dossier. En op mijn beurt hoop ik dat het PBL-rapport hier nog extra inzichten voor het Rijk aan toevoegt. Want waar het woord fiets of doorfietsroutes niet voorkomt in het regeerprogramma, geeft PBL aan dat goede en veilige fietsverbindingen een bijdrage kunnen leveren als het om de bereikbaarheid van voorzieningen gaat. 

Fietsverbindingen, een nieuw ov-systeem en, belangrijker nog, betaalbaar openbaar vervoer vragen om goede samenwerking en komen wel met een prijskaartje. Daar ga ik graag verder over in gesprek met staatssecretaris Chris Jansen. Tot die tijd zetten wij als provincie alvast het nodige in gang.